Titel: De Gelukkige Klas
Auteur: Theo Thijssen
Eerste druk: C.A.J. Van Dishoeck, 1926
Aantal pagina’s: 205
Genre: Dagboekroman
Eerste druk: C.A.J. Van Dishoeck, 1926
Aantal pagina’s: 205
Genre: Dagboekroman
Meester Staal geeft zes dagen per week les op een armenschool in Amsterdam. De belevenissen op deze school houdt hij bij in een dagboek, dit dagboek vormt het boek De gelukkige klas.
Meester Staal is een bevlogen leraar, hij ziet 'zijn'
kinderen niet als een stelletje stakkers zoals zijn vrij nuffige vrouw opmerkt.
Hij ziet ze zoals ze werkelijk zijn en kijkt dwars door hun armoedige en
smoezelige uiterlijk heen. Elk kind is een persoonlijkheid met eigen plus- en
minpunten. Zoals bijvoorbeeld Fok, waar meester Staal een zwak voor heeft. Fok
stond bekend als 'lastig en ongeïnteresseerd' maar Staal ziet hoe snel Fok
alles door heeft en steeds weet wat er moet gebeuren. Mooi is de beschouwing
van Staal over Fok in zijn dagboek. Hij ziet in Fok de latere vakbondsman, de
rustige aanvoerder, de man die alles aanvoelt en precies op het juiste moment
mensen zal weten te motiveren en activeren. De 'buitenwereld' ziet hem als
straatschoffie maar Staal weet wat er in de jongen zit en stimuleert hem
subtiel om dat te ontwikkelen.
De vrouw van Staal vindt het maar niets dat hij op die
school werkt, het salaris is slecht, zij wil dat hij hogerop komt en eist bijna
dat hij zijn onderwijsakte Frans gaat halen. Diep in zijn hart weet Staal wel
dat ze het financieel niet breed hebben, en hij doet de studie dan ook en haalt
de akte, maar eigenlijk wil hij het liefst op 'zijn' school blijven werken.
Elke keer als iemand komt kijken op school na een sollicitatie is hij opgelucht
als hij niet aangenomen wordt.
Staal schrijft stiekem in zijn dagboek, zijn vrouw – die in het boek als een vervelende, verwaande vrouw overkomt- mag niet weten dat hij zijn tijd verdoet met schrijven over zijn ‘schoolmeestersgedoetje’.
Staal schrijft stiekem in zijn dagboek, zijn vrouw – die in het boek als een vervelende, verwaande vrouw overkomt- mag niet weten dat hij zijn tijd verdoet met schrijven over zijn ‘schoolmeestersgedoetje’.
Dit "schoolmeestersgedoetje" houdt onder
andere in de omgang met zijn collega's, vooral Kraak is in de ogen van Staal
een man met het hart op de juiste plek. Samen bespreken ze het wel en wee van
de school. Helpen elkaar en doorstaan de bezoeken van de 'inspectie' met de
idiote eisen erbij die van de inspectie uit gaat. Staal moet een bepaald
rooster volgen maar vaak dwaalt hij af en slaat vakken over als het zo uitkomt.
In zijn dagboek schrijft hij daarover vol zelfreflectie. Hij weet zijn zwakke
punten, zijn gemakzucht bijvoorbeeld om zijn zelfbedachte regels weer teniet te
doen, zijn wisselende humeur, zijn onredelijkheid en zijn positiviteit
Uit alles blijkt dat Staal hart heeft voor zijn werk
en zijn leerlingen. Hij geeft ze de ruimte en is net zo tevreden als zijn klas
zelf als een nieuwe leerstof snel opgepakt is of als hij merkt hoe gretig de
kinderen zijn om iets nieuws te leren. De kaart van Nederland is een belevenis
evenals de tiendelige breuken.
Ook hun persoonlijk wel en wee gaat hem ter harte, hij
is er beroerd van als hij bij een jongen een tik heeft willen verkopen, hij
mist, maar de jongen klapt wel met zijn hoofd op de bank. En dat de dag voor de
vakantie. Hij heeft geen rust voordat hij weet hoe het met de jongen gaat. En
dan 'zielige' Louis, de ziekelijke jongen met de bochel. Hij dwingt respect af,
is een gretige leerling. Louis moet vaak verzuimen, en dan gebeurt het dat het
verzuim wel erg lang duurt… Staal gaat op bezoek en dit bezoek doet hem het
volgende in zijn dagboek schrijven:
“M’n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk
maar één ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben,
behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor,
al zal ik dat jullie nooit zeggen.’’
2a. Stroming: Neoromantiek
Enkele kenmerken die bij deze stroming passen zijn
Enkele kenmerken die bij deze stroming passen zijn
1.
De
neoromantiek was een reactie op het naturalisme. In plaats van alleen externe
observatie beschrijven, ging het nu ook om het beschrijven van gedachtes en
gevoelens.
2.
Men
ging zich afzetten tegen de maatschappij
3.
Vaak
werd er in deze stroming over eenzaamheid en de leegte die men voelde
geschreven
4.
De
Psychologische ontwikkelingen van de mens werden naar voren gebracht
5.
Neoromantiek
wordt vaak beschreven als fantasievol en wonderlijk, men wil ontsnappen aan de
dagelijkse sleur
2b. Toepassen op het verhaal
1. Het beschrijven van gedachtes en gevoelens komt in dit
boek duidelijk naar voren. Het feit dat het een dagboekroman is, en het dus
bestaat uit fragmenten van een dagboek dat door iemand geschreven is, zegt al
genoeg. Deze manier van schrijven zorgt ervoor dat je precies meekrijgt wat er
gebeurt, maar ook hoe de hoofdpersoon, Meester Staal in dit geval, er van
vindt.
2. Meester Staal werkt op een school, waar je je als
docent natuurlijk constant aan regeltjes moet houden. Je merkt dat de
hoofdpersoon het vaak niet eens is met de manier van lesgeven, of met het vaak
terugkomende werkschriftje. Hij zet zich dan ook af tegen dit beleid, en geeft
les volgens zijn eigen ideeën.
3. Voor dit kenmerk geldt hetzelfde als bij 1; doordat
het in dagboekvorm is geschreven komt dit kenmerk heel duidelijk naar boven.
Meester Staal is over het algemeen misschien wel gelukkig met zijn leven, maar
je merkt dat hij zich zo nu en dan onbegrepen en eenzaam voelt. Zijn vrouw wil
bijvoorbeeld niet dat hij in zijn dagboek schrijft, op school wordt zijn eigen
manier van lesgeven niet altijd gewaardeerd, en het voelt voor hem soms alsof
hij de enige is die het goede ziet in zijn leerlingen.
4. De psychologische ontwikkelingen van de hoofdpersoon
komen in het boek naar voren, omdat je alles vanaf zijn oogpunt leest.
Misschien interessanter nog zijn de ontwikkelingen die de leerlingen doormaken.
Doordat Staal naast de slechte kwaliteiten ook de goede kwaliteiten van de
leerlingen ziet zorgt hij ervoor dat de kinderen meer zelfvertrouwen krijgen en
in hun eigen toekomst gaan geloven. Veel andere leraren vinden de kinderen maar
druk, vervelend, of rommelig, maar Staal ziet hier juist het goede van in en
leert de klas het beste uit zichzelf te halen.
5. ‘Fantasievol’ en ‘wonderlijk’ zijn geen woorden
waarmee ik dit boek zou beschrijven. Het boek is juist ontzettend echt en rauw.
Het gaat over het echte leven, en er wordt beschreven wat er dag tot dag in Staals
leven gebeurt. Dit kenmerk is dus niet van toepassing op ‘De Gelukkige Klas’
Het boek heeft dus vier van de vijf genoemde
kenmerken, en wordt op internet op veel plaatsen beschreven als een
neoromantisch boek. Toch had ik bedacht, voordat ik informatie voor dit verslag
had opgezocht, dat ik het bij de nieuwe zakelijkheid zou plaatsen. Dit wordt
ook aangegeven op het blaadje met aanbevolen boeken wat we van onze docent
hebben gekregen, en veel kenmerken van deze stroming komen terug in het boek;
Nieuwe Zakelijkheid
1. De schrijfstijl van de nieuwe zakelijkheid is erg
realistisch, zonder veel mooimakerij. Het was een reactie op het expressionisme
-
Omdat
het een dagboek is past dit kenmerk bij het boek. Er wordt gewoon beschreven
wat er gebeurde die dag, ook de oninteressante dingen worden uitgebreid
beschreven. Het gaat niet om mooie metaforen, lange zinnen en emotie opwekken;
Staal schrijft in zijn dagboek voor zichzelf, het doel is niet ‘een mooi boek
schrijven’ maar letterlijk het dagelijks leven vastleggen
2. Afzetten tegen de samenleving
-
Dit
is ook een kenmerk uit de neoromantiek en past dus zoals eerder beschreven bij
dit boek
3. Verhalen vanuit het oogpunt van de verteller
-
Ook
hier weer is de dagboekvorm dus een belangrijk punt.
4. Zo objectief mogelijk, zonder te veel bijvoeglijke
naamwoorden en emoties
-
Dit
kenmerk past niet bij het boek. Er wordt juist over emoties gesproken, want
Staal gebruikt het schrijven in zijn dagboek als uitlaatklep.
2c. In welke mate past het boek bij de stroming?
Al met al zou ik dus zeggen dat het boek redelijk goed
bij de stroming Neoromantiek past. Het beschrijven van de gedachtes en
persoonlijke ervaringen van de hoofdpersoon is erg duidelijk weergegeven. Dit
is een belangrijk punt van de neoromantiek, veel kenmerken komen uiteindelijk
op iets dergelijks neer (psychologische ontwikkeling, beschrijving van
innerlijke leegte, beschrijving van gedachtes en gevoelens).
Toch mist het één punt; het wonderlijke. Dit is zo’n cruciaal kenmerk van de neoromantiek, dat ik het wel belangrijk vind om te bedenken dat het boek misschien ook bij de nieuwe zakelijkheid kan passen.
Toch mist het één punt; het wonderlijke. Dit is zo’n cruciaal kenmerk van de neoromantiek, dat ik het wel belangrijk vind om te bedenken dat het boek misschien ook bij de nieuwe zakelijkheid kan passen.
Een aantal kenmerken van de nieuwe zakelijkheid en de
neoromantiek komen overeen. Zoals het oogpunt van de verteller, en het afzetten
tegen de samenleving. Op dit gebied zou het boek dus sowieso bij beide
stromingen passen. Een kenmerk wat de stromingen onderscheidt is het feit dat
er in de nieuwe zakelijkheid vooral realistisch geschreven werd, en in de
neoromantiek vooral fantasievol. Op dit gebied past De Gelukkige klas dus beter
bij de nieuwe zakelijkheid.
Maar, zoals al eerder genoemd, mist het boek toch ook
een belangrijk puntje wat typerend is voor literatuur uit de nieuwe
zakelijkheid; de objectiviteit. De emotieloze beschrijving van dingen. Dit is
iets wat in De Gelukkige Klas zeker niet gebeurt.
Ik vind het lastig om een keuze te maken, en na het
uitzoeken van de stromingen ben ik van mening dat er voor beide stromingen iets
te zeggen valt. De Gelukkige klas past redelijk bij de neoromantiek, en
tegelijkertijd ook bij de nieuwe zakelijkeheid.