maandag 16 juni 2014

3D - opdracht "Inwijding"

Opdracht 3
In die nieuwe maatschappij is dus iedereen na zijn zestiende jaar ingedeeld in een factie.
a. Welke facties zijn er?
b. Vertel over iedere factie wat je erover te weten bent gekomen.
c. Tot welke facties horen of hoorden de belangrijkste personen in dit boek?
d. Wat is de keuze en het probleem van Beatrice?
a.
In de wereld van Inwijding zijn er vijf facties. Oprechtheid, Eruditie, Zelfverloochening, Onverschrokkenheid, en Vriendschap.
b.
OprechtheidIn Oprechtheid is het erg belangrijk dat je altijd eerlijk bent. Volgens de Oprechten is de oorzaak van de oorlog oneerlijkheid geweest. Mensen uit Oprechtheid zeggen dus altijd precies wat ze vinden, en houden geen informatie achter.
De Oprechten hebben vooral beroepen in het recht.
Kleding: Zwart/wit.

Eruditie
In Eruditie is kennis erg belangrijk. Mensen uit Eruditie zijn altijd op zoek naar informatie en nieuwe kennis. Volgens hen is de oorzaak van de oorlog domheid geweest. De Erudieten hebben banen in het onderwijs, en in het onderzoeken van dingen.
Kleding: Ten minste één blauw kledingstuk, vaak ook brillen.

Zelfverloochening
In Zelfverloochening is het belangrijk dat je nooit egoïstisch bent. Je moet altijd anderen helpen, en jezelf nooit op de eerste plaats zetten. Doordat mensen dit niet deden is volgens hen de oorlog begonnen. Zelfverloochenaars mogen vooral niet opvallen, en zijn in staat alles op te geven om het voor anderen beter te maken. Ze doen vooral vrijwilligerswerk, zoals de factielozen helpen.
Kleding: Eenvoudige grijze kleren, haar zo eenvoudig mogelijk.

Onverschrokkenheid
De Onverschrokkenen denken dat een gebrek aan moed de oorzaak van de oorlog was. Ze overwinnen hun angsten en vinden dat je altijd moet opkomen voor mensen die dat zelf kunnen. Ze vinden dat ook al moet je er soms voor vechten, gerechtigheid het belangrijkste is.
De Onverschrokkenen werken als bewakers van de stad.
Kleding: Zwarte kleding, vaak tatoeages en piercings. 

Vriendschap
Voor de mensen uit Vriendschap is vertrouwen, zelfvoorziening, vergeving, vriendelijkheid, en betrokkenheid het belangrijkst. Je moet altijd delen wat je hebt, en je mag mensen nooit kwetsen. Ze vinden dat de oorlog is ontstaan doordat mensen te wreed met elkaar omgingen. Vriendschapsmensen werken in de raad, op het land als boer, en als verzorgers.
Kleding: Rood met gele kleren. 

c.
Het verhaal begint met dat Beatrice, de hoofdpersoon, met haar vader, moeder, en broer in Zelfverloochening zit. Op de dag van de keuze kiest Beatrice voor Onverschrokkenheid, en haar broer voor Eruditie. Later komt Beatrice erachter dat haar moeder ook uit Onverschrokkenheid kwam, maar overgestapt is naar Zelfverloochening.

d.
Op de dag dat alle zestienjarige hun factie mogen kiezen, moeten ze eerst een test ondergaan. Uit de test komt een factie waar je het beste bij past. Iedereen krijgt één factie uit de test, maar Beatrice krijgt er drie. Onverschrokkenheid, Eruditie, en Zelfverloochening. Ze is afwijkend. Afwijkenden worden gezien als gevaar voor het bestuur, omdat ze nergens helemaal bij aansluiten. Ze horen nooit helemaal bij één factie, dus heeft niemand volledige macht over hen.

Beatrice moet dus kiezen tussen die drie facties. Het is een erg lastige keuze, omdat ze bij alle drie thuis zou kunnen horen. Ze weet van zichzelf dat ze te egoïstisch is voor Zelfverloochening, maar je eigen factie verlaten wordt gezien als verraad. Uiteindelijk kiest ze toch voor Onverschrokkenheid, omdat ze de Onverschrokkenen al van kleins af aan heeft bewonderd.